Bramen in overvloed, hebben we altijd in de maand augustus. Heerlijke verse sappige bramen uit eigen tuin, ik wordt altijd zo blij als ik ze weer kan gaan plukken en dan met bakken vol terug kom. Deze struik stond al in onze tuin toen we dit huis ruim 4 jaar geleden kochten. De vorige bewoners moesten ook echt een stek hebben van de struik en ik begreep al na het eerste jaar waarom. Zulke grote en lekkere bramen geeft deze struik. Elke dag bramen in de yoghurt, maar ook goed om heerlijke taartjes van te maken. Omdat de oogst vaak zoveel is, dat we niet alles in één keer op kunnen, vriezen we vaak een groot deel in. Als de struik dan uitgebloeid is, dan kan ik alle bramen uit de vriezer halen om hier heerlijke jam van te maken zodat we heel het jaar door nog kunnen genieten van de bramen.
Omdat ik weer eens zin had in taart en we toch zoveel bramen in huis hadden en omdat m’n schoonzus en zwager op visite kwamen, vond ik dat wel weer genoeg redenen om een lekker taartje te maken. De bodem van dit taartje heb ik gemaakt van oude koekkruimels van eerder gemaakte granenrepen. Maar in het geval dat je die niet hebt (wat ik me voor kan stellen) heb ik hieronder een receptje van harde wener deeg gezet om te bodem van te maken.
Ik had het Italiaans schuim gemaakt met een schepje yopol, dat is een poeder waarmee je een yoghurt smaak krijgt. Dit is vaak alleen in de groothandel te verkrijgen, geen ramp als je het niet hebt. Zonder is het net zo lekker.
Het lekkerste is om het taartje dezelfde dag op te eten, met name omdat de bramen op een gegeven moment wat vocht los laten en je taartje anders te vochtig wordt. Dit gebeurde namelijk bij mij 😉 Maar daardoor was hij niet minder lekker hoor, maar dezelfde dag opeten zal waarschijnlijk nog lekkerder zijn!
Ingrediënten voor een taartje voor 8 personen.
Harde wener deeg
150 gram bloem
100 gram koude roomboter
50 gram kristalsuiker
1/2 ei
zout
Banketbakkersroom vulling
300 gram melk
100 gram suiker
3 ei dooiers
1 eetlepel bloem
vanille stokje
Italiaans schuim
100 gram eiwit
190 gram kristalsuiker
1 eetlepel Yopol (kan ook weg gelaten worden)
Overig
Bakbonen of rijst
Spuitzak
Gasbrandertje (crème brulee brander)
Poedersuiker om de bramen te bestrooien
150 gram Bramen (natuurlijk!)
Bereiding bodem
- Start met het maken van de bodem. Kneed hiervoor alle ingrediënten goed door elkaar en vorm er een bal van. Laat de bal met deeg minimaal 15 minuten in de koelkast rusten zodat je het makkelijk uit kunt rollen.
- Bekleed je bakvorm met een stukje bakpapier en rol je deeg zo uit, dat het over de vorm heen valt. De randen kan je daarna afsnijden. Prik met een vork wat gaatjes in de bodem, dit is om te voorkomen dat je luchtbellen krijgt in je bodem. Omdat we de bodem blind bakken, is het belangrijk dat de bodem zo koud mogelijk de oven in gaat om inzakken te voorkomen. Zet hiervoor het deeg minimaal nog een kwartiertje in de vriezer.
- Verwarm ondertussen de oven voor op 190 graden Celsius hetelucht. Haal je vorm uit de vriezer en leg een bakpapiertje op de bodem, het bakpapier moet over de randen van de vorm hangen. Om er voor te zorgen dat je deeg in de vorm blijft zitten, gebruik je bakbonen, of rijst. Het goedkoopste is om rijst te gebruiken, deze rijst kan je keer op keer opnieuw gebruiken voor het bakken (dus niet meer om te koken!), niet weggooien dus. Heel de vorm moet bedekt zijn met de bakbonen, dus ook tegen de randen aan. Zorg wel dat het bakpapier overal goed zit, want uit eigen ervaring weet ik dat het vreselijk is als je bonen of rijst in je deeg komen te zitten. Je krijgt ze er namelijk niet echt meer uit.
- Nu kan je het deeg in de oven zetten (in het midden van de oven). Bak de bodem ongeveer 15 minuten met de vulling in de oven. Daarna haal je de bakbonen eruit en bak je de bodem nog 10 minuten zonder vullen totdat je deel mooi goudbruin is.
- Tijdens het bakken van het deeg kan je natuurlijk alvast startten met het maken van de gele room. Dit gaat als volgt:
Banketbakkersroom
- Verwarm de melk met de helft van de suiker in een pan en breng het langzaam aan de kook.
- Schraap het vanillestokje uit en voeg het toe aan de melk.
- Doe de eidooiers samen met de andere helft van de suiker, een eetlepel bloem en een eetlepel koude melk in een bakje. Meng dit met een garde door elkaar totdat het glad is.
- Nu is het weer belangrijk om snel te werken, we gaan de warme melk toevoegen aan de eidooiers, maar ook hier is het weer belangrijk dat dit snel gebeurt zonder dat de eieren gaan stollen en je een roerei krijgt. Dus blijf met je rechterarm roeren (met de garde) in het bakje met de eidooiers en gebruik je linkerarm om het pannetje op te tillen en langzaam de warme melk bij de eidooiers te gieten. Belangrijk is om te blijven roeren terwijl je warme melk toevoegt!
- Nu kan het mengsel weer terug in de pan en breng het al roerend aan de kook tot er een soort vladikte ontstaat, dan is de banketbakkersroom klaar
- Stort de room in een koude bak en doe er een stukje plastic folie op zodat je geen vel krijgt. Je kunt het in de koelkast zetten zodat het sneller afkoelt.
Italiaans schuim
- Italiaans schuim is eiwitschuim gegaard doordat je er een warme suikerstroop van 121 graden Celsius door mixt.
- Je gaat als volgt te werk; doe de suiker in een steelpan en doe er een klein laagje water op zodat al je suiker nat is en net onder staat.
- Zet de pan op middelhoog vuur en laat de massa koken, in principe moet al het water verdampen en krijg je een dikke suikerstroom. Roer niet in het mengsel, de kans dan dat je suikerstroop mislukt is dan erg groot (weet ik uit eigen ervaring).
- In de tussen tijd kan je vast de eiwitten van de dooiers scheiden (er mag absoluut geen dooier in het wit komen!). Doe de eiwitten in een grote kom en start alvast met mixen (in mijn geval zet ik de kitchenaid aan :-)) Mix nog niet te ver, want de suikerstroop moet er nog bij. Dus de eiwitten mogen luchtig worden, maar nog niet te stijf!
- Hou de temperatuur in de gaten van je suikerstroop, hij mag niet verkleuren en moet een beetje de dikte van vloeibare honing krijgen. Mocht je nou geen thermometer hebben, kan je het ook op de gok doen. Als alle grote bubbels verdwijnen en er alleen nog maar kleine belletjes in de pan zitten, zal het mengsel zo goed als klaar zijn.
- Nu komt er weer een lastig deel. Mocht je geen keukenmachine hebben en alleen een mixer, vraag dan even of iemand je helpt. De bedoeling is dat je terwijl de mixer draait, de suikerstroop langzaam (druppelgewijs) toevoegd aan je eiwitmengsel. Als al de suikerstroop op is, moet je door blijven mixen totdat je kom koud aan begint te voelen. Het eiwit moet lauw (handwarmte) aanvoelen, dan kan je stoppen. Mocht je toch Yopol in huis hebben, dan kan je dit er nu door heen spatelen.
- Doe het eiwitschuim in een spuitzak met het grootste gladde spuitmondje dat je hebt.
Nu je alle componenten gemaakt hebt kan je startten met het opbouwen van de taart.
- Verdeel de banketbakkersroom over de bodem van de taart.
- Spuit doppen van het eiwitschuim op de rand
- En vul het midden van de taart met zoveel mogelijk bramen
- Brand met een gasbrandertje (die je ook voor crème brulee gebruikt), het eiwit schuim af.
- Strooi voor het opdienen met een zeefje wat poedersuiker over de bramen, ziet er best leuk uit toch 🙂