Lasagne, één van mijn lievelingsgerechten. Normaal gesproken ga ik altijd voor de standaard combinatie met gehakt en tomatensaus, maar deze keer heb ik een andere variant gemaakt, tegenwoordig ook een klassieker “spinazie met zalm”. Zelf ben ik niet echt een fan van spinazie, maar op deze manier in een ovenschotel en gecombineerd met kaas en andere lekkere groenten vind ik het heerlijk! Dus ook voor de mensen die niet van spinazie houden, een recept om te proberen!
Ingrediënten voor één vierkante ovenschaal (20x20cm), wij hebben er met z’n tweeën van gegeten
500 gram verse spinazie
2 verse zalmfilets
50 gram Zeeuws spek (optioneel)
2 rode paprika’s
1 tros tomaat
3 tenen knoflook
1 grote ui
1 bakje ricotta
2 eetlepels groene pesto
30 gram pijnboompitjes
Parmezaanse kaas
lasagne bladen
olijfolie om in te bakken
- Start met het roosteren van de paprika’s, dit doe je in een hete oven (minimaal 200 graden). Leg de paprika’s op een bakplaatje met wat bakpapier en bak ze ongeveer 20/25 minuten tot dat ze zwart beginnen te worden. Als ze goed verkleurd zijn (ze hoeven niet helemaal zwart te zijn hoor!), dan kun je ze uit de oven halen en stop ze dan in een plastic boterhamzakje. Knoop dit zakje dicht en leg het in de koelkast. Zo dampen de schillen van de paprika mooi los en is de paprika straks afgekoeld en kan je hem makkelijker ontvellen.
- Snipper de ui en de knoflook zo fijn mogelijk en zet een grote koekenpan op het vuur.
- Doe wat olijfolie in de pan en fruit de ui en knoflook zachtjes aan en voeg de gesneden spek er aan toe. De pan op het begin goed heet laten worden, maar daarna het vuur lager zetten, zodat de knoflook en ui niet verbranden.
- Als de knoflook en ui mooi glazig zijn, dan kan de gewassen spinazie er bij in de pan. Dit kan je in fases doen, de spinazie zal slinken en zo kan je steeds wat spinazie toevoegen aan je pan. Voeg wat peper en zout toe om de spinazie op smaak te brengen.
- Als alle spinazie geslonken is, zal je zien dat er veel vocht in de pan zit. Probeer het vocht zoveel mogelijk te laten verdampen en als er nog een beetje vocht over is, kan je dit afgieten in een zeef.
- Rooster de pijnboompitjes in een pan totdat ze goudbruin zijn en voeg ze toe aan het spinazie mengsel.
- Voeg eerst de lepels pesto toe en dan een half bakje ricotta, meng het geheel goed door elkaar en proef even of de smaak naar wens is. Zo niet, dan kan je nog wat extra pesto/ricotta/peper/zout toevoegen.
- Kruid de zalmfilets met peper en zout en snijd ze in plakken van ongeveer 1 cm.
- Snijd de tomaat in dunne plakken
- Haal de paprika’s uit de koelkast en verwijder het vruchtvlees en het vel. Je kunt dit nu gemakkelijk loshalen met je handen.
- Nu kunnen we gaan beginnen met het opbouwen van de lasagne, begin met een laagje spinazie en zorg er voor dat de hele bodem bedekt is.
- Leg daarop een laag lasagnebladen en daarop weer een laag spinazie. Bovenop de spinazie leg je nu de plakken tomaat en de helft van de plakken zalm.
- Bovenop de zalm leg je weer een laag lasagnebladen, druk stevig aan!
- Nu maak je weer een zelfde laag als hiervoor, maar in plaats van de tomaat gebruik je de paprika.
- Hierop komt je laatste laag lasagnebladen met nog één laag spinazie. Als het goed is heb je nog een beetje ricotta over, deze heb ik verspreid bovenop de laatste laag.
- Wat parmezaanse kaas erover raspen en hij kan de oven in.
- Afbakken op 180 graden ongeveer 45 minuten.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik de volgende keer dat ik dit weer maak de ricotta zal vervangen voor een bechamelsaus. Niet alleen omdat dit romiger zal smaken, maar ook omdat mijn vriend, die ricotta inmiddels “rikotsa!” noemt, niet van kaas houdt. Dus hieronder voor de “kaashaters” of voor de gene die een andere variant van dit receptje uit willen proberen, een receptje voor bechamelsaus.
Ingrediënten voor de bechamelsaus (voor ongeveer 1 tot 2 lagen van de lasagne)
25 gram boter
30 gram bloem
300 ml melk
zout en peper
- Smelt de boter in de pan en voeg de bloem toe.
- Laat de bloem “garen” in de pan, blijf roeren in de pan totdat de bloem gaar is. Dit kan je controleren door wat van het mengsel tussen je vingers te nemen en als het dan zanderig aanvoelt is het gaar. Het mengsel moet wel wit blijven, dus houd het vuur laag.
- Nu kan je de melk toevoegen aan het mengsel. Om geen klontjes te krijgen is het belangrijk om te blijven roeren in de pan als je de melk toevoegt.
- Je zult zien dat het mengsel nu wat dikker wordt, als het kookt is de saus klaar.
- Breng de saus op smaak met wat peper en zout.
- De saus kan je het beste warm in de lasagne verwerken, dan verspreid het zich makkelijker over de vorm.